augustus 2019
Landini: L'Occhio del Cor
La Reverdie o.l.v. Christophe Deslignes
Deze voortreffelijke Italiaanse groep is perfect geplaatst om de muziek van de 14e-eeuwse Italiaanse componist Landini tot leven te brengen voor moderne oren: rijkelijk en sfeervol.

Met meer dan 20 cd's met middeleeuwse muziek op hun naam, is de (Italiaanse) groep La Reverdie zeker in staat om een hele cd van Landini te maken; en op de huidige vertoning zijn zij misschien wel de best toegeruste mensen om het complete werk van Landini op te nemen, nog steeds een grote lacune in de catalogus. Dat komt omdat ze alles met verve en toewijding doen, en elk stuk zijn eigen kleur en betekenis geven. Zeggen dat hun uitvoeringen technisch vlekkeloos zijn, is misschien de kern van de zaak missen, maar dat helpt alles om te werken. Aan de andere kant zijn de twee meest succesvolle stukken in mijn oren L'alma mie piang'e en Muort'oramai, waarin de zussen Caffagni en Elisabetta De Mircovich alleen zingen, zoals ze dat al meer dan 30 jaar in het openbaar doen: er is een kwaliteit van muzikale uitwisseling, van begrip waar de drukpunten moeten komen en van heldere projectie die een zeldzaam genoegen is om te horen.
Voor dit nummer hebben ze de welkome toevoeging van Christophe Deslignes, buitengewoon organettospeler, die een magnifieke bijdrage levert aan de ensembles en de Faenza-codexbewerkingen van Non arà may pietà en Che pena è questa al cor speelt, waarbij hij zich heel nauwgezet aan de regels van het manuscript houdt (met alle gebreken).
Mijn enige klachten zijn dat de (niet-ondertekende) Engelse vertaling van Davide Daolmi's interessante notitie niet erg goed is en dat de teksten zo klein zijn afgedrukt dat ik een vergrootglas moest gebruiken.

With over 20 CDs of medieval music to their name, the (Italian) group La Reverdie are certainly well placed to do an entire CD of Landini; and on the present showing perhaps they are the people best equipped to record the complete works of Landini, still a major lacuna in the catalogue. That is because they do everything with verve and commitment, giving each piece its own colour and meaning. To say that their performances are technically flawless is perhaps to miss the point, but that helps everything to work. On the other hand, to my ears, the two most successful pieces are L’alma mie piang’e and Muort’oramai, in which the sisters Caffagni and Elisabetta De Mircovich sing alone, as they have been doing for over 30 years in public: there is a quality of musical exchange, of understanding where the pressure-points must come and of clear projection that is a rare pleasure to hear.
For this issue they have the welcome addition of Christophe Deslignes, organetto player extraordinary, who contributes magnificently to the ensembles and plays the Faenza codex arrangements of Non arà may pietà and Che pena è questa al cor, sticking very closely to what is in the manuscript (warts and all).
My only complaints are that the (unsigned) English translation of Davide Daolmi’s interesting note is not very good and that the texts are printed so small that I had to use a magnifying glass.