augustus 2019


Kantaten

Vox Luminis o.l.v. Lionel Meunier

De diepgaande reflectieve vormgeving van al deze werken door Lionel Meunier – waarbij elke Bach zijn eigen individuele stem kreeg – zorgt ervoor dat de verschillende persoonlijkheden binnen het koor deze muziek prachtig tot leven kunnen brengen.

Bachs neven en nichten, Johann Christoph en Michael, worden al lang erkend als belangrijke invloeden in Johann Sebastians evoluerende vakmanschap als tiener. We hebben Reinhard Goebel grotendeels te danken voor de eerste serieuze kennismaking met de vocale werken in zijn baanbrekende releases uit 1986 op Archiv, ‘Die Familie Bach vor Bach’ (2/87). Vox Luminis brengt deze microtraditie – merkwaardig anders dan al het andere, of het nu Schütziaans of Buxtehudiaans is – naar een ander niveau van onderzoek. Met hun intens welluidende ensemblewerk en de minutieus vervaardigde melodieuze behandeling van kleurrijke bijbelteksten, krijgen beide Bachs (en de rossige tonen van oudoom Heinrich Bach) hier een verrukte en klinkende uitvoering, van de mijmerende opening van Michaels Ach bleib bei uns tot het extatische koraalfiligraan van Christophs volwassen Herr, wende dich.

Een van de belangrijkste verschillen tussen Vox Luminis en veel andere dergelijke ensembles (met name die van de pioniersgeneratie van de jaren 80 en 90) is hoe homogeniteit wordt uitgedaagd als de standaardprioriteit. Zoals je kunt horen in Christophs dialogus Die Furcht des Herren, is er geen gebrek aan paarsrijke mix en superieure stemming, maar daarnaast wordt van zangers en instrumentalisten verwacht dat ze reageren, kopiëren of afwijken, afhankelijk van zowel de tekst als de abstracte richting van de muziek. De sterke identiteiten binnen het ensemble laten hier nieuwe lyrische dimensies ontstaan, bijvoorbeeld wanneer Wijsheid (als een allegorische protagonist) haar bron van kennis projecteert in het aangezicht van de rol van de tweede sopraan als 'nederigheid' in persoon. Het is diep aangrijpend.

Christ lag in Todesbanden's oogverblindende uitbreiding van het retorische en technische arsenaal van zijn voorouders wordt een diepzinnige lezing gegeven door Vox Luminis. Als, ongetwijfeld, Johann Sebastian's eerste grote werk, is Cantate nr. 4 bijzonder glorieus zinvol na deze legacy preambule. Lionel Meunier laat de muziek ademen, altijd weerstand biedend aan geforceerde of gemaniëreerde declamatie. Let op de overslaande halleluja's van Versus 1, en hoe ze vervolgens rustig worden gestreeld in Versus 4, waarbij het unisono-orgel bijdraagt ​​aan een berekend gewicht in de laatste devoties.

Christophs cantate Es erhub geeft een uitzonderlijk grafische weergave van de overwinning van Sint-Michaël op de draak, zoals overgebracht door het angstaanjagende gekletter van vier trompetten en trommels – een passende viering van de beste zoon van de familie Bach voor JSB. Gedurende dit betoverende programma bewoont Vox Luminis een wereld waaruit u zich moet losrukken

Bach’s pair of first cousins once-removed, Johann Christoph and Michael, have long been acknowledged as key influences in Johann Sebastian’s evolving craft as a teenager. We have Reinhard Goebel largely to thank for the first serious introduction to the vocal works in his seminal 1986 releases on Archiv, ‘Die Familie Bach vor Bach’ (2/87). Vox Luminis take this micro-tradition – peculiarly unlike anything else, either Schützian or Buxtehudian – on to another level of enquiry. With their intensely euphonious ensemble writing and the meticulously crafted melodic treatment of colourful biblical texts, both Bachs (and the ruddy strains of great-uncle Heinrich Bach) are given rapt and ringing performances here, from the ruminating opening of Michael’s Ach bleib bei uns to the ecstatic chorale filigree of Christoph’s mature Herr, wende dich.

One of the key differences between Vox Luminis and many other such ensembles (particularly those of the pioneering generation of the 1980s and ’90s) is how homogeneity is challenged as the default priority. As you can hear in Christoph’s dialogus Die Furcht des Herren, there is no shortage of purple-rich blend and supreme tuning but, alongside, singers and instrumentalists are expected to react, copy or dissent, according to both the text and the abstract direction of the music. The strong identities within the ensemble allow for new lyrical dimensions to emerge here, for instance when Wisdom (as an allegory protagonist) projects her fount of knowledge in the face of the second soprano’s role as ‘humility’ in person. It’s deeply affecting.

Christ lag in Todesbanden’s dazzling extension of the rhetorical and technical armoury of his ancestors is afforded a deeply accomplished reading by Vox Luminis. As, surely, Johann Sebastian’s first great work, Cantata No 4 makes especially glorious sense after this legacy preamble. Lionel Meunier lets the music breathe, always resisting forced or mannered declamation. Note the skipping alleluias of Versus 1, and how they are then quietly caressed in Versus 4, the unison organ adding to a calculated weight in the final devotions.

Christoph’s cantata Es erhub is given an exceptionally graphic portrayal of St Michael’s victory over the dragon, as relayed by the terrifying clangour of four trumpets and drums – an apt celebration of the Bach family’s finest son before JSB. Throughout this beguiling programme, Vox Luminis inhabit a world from which you’ll need to drag yourself away