juni 2020


Telemann: La Querelleuse

The Counterpoints

Dit is een sprankelend debuutalbum, zowel kamer- als solowerk van Telemann – in een programma dat spreekt van echte creatieve zorg – worden allemaal met levensbevestigende smaak en flair uitgevoerd.

Deze debuutplaat is, zonder twijfel, een van de best opgenomen Telemanns die er zijn, en ik ben bereid om met iedereen die het er niet mee eens is, de vuist tegen de vuist te slaan. De Counterpoints, vergezeld door drie 'vrienden' voor de nummers met grotere krachten zoals de prachtige cantate Die Zufriedenheit, brengen een geheel frisse maar gevoelige benadering van Telemanns solo- en kamermuziek. De plaat wemelt inderdaad van wat ongetwijfeld de geluiden moeten zijn van vier mensen die er gewoon van houden om samen muziek te maken: er is iets wonderbaarlijk coherent en samenhangends aan hun samenspel.

Dit kan zeker worden toegeschreven aan opleiding: de vier muzikanten van The Counterpoints zijn verenigd in de Nederlandse school van historische uitvoeringen en hebben allemaal op een bepaald moment gestudeerd aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Maar er lijkt ook iets te zijn dat verder gaat dan dit. Hun geluid wemelt van jeugdig optimisme, door en door geladen met een intelligentie en gebaarlijke integriteit van Telemanns notatie die niet één keer sarcastisch wordt toegepast. Eventuele gebreken die ik hier toeschrijf, zijn dus slechts de sporen van puur plezier die ik heb gehad door deze cd deze maand ongebreideld te kunnen beluisteren.

De structuur, die afwisselt tussen Telemanns kamermuziek en solo Fantasia-bewegingen (net als de recente release van Elephant House Quartet – Pentatone, 12/19), is, hoewel niet bijzonder uniek, goed gecoördineerd. Hoewel alle vier de muzikanten verbluffende solo-uitvoeringen leveren, verdient Thomas Triesschijns Fantasia op blokfluit, een bewerking van de G-majeur voor solofluit, bijzondere lof. Triesschijns geluid is betoverend, echt op het puntje van je stoel, oren wijd open materiaal. Het kortstondige Adagio is ronduit verleidelijk (en op dit punt moet ook lof gaan naar het crackteam van geluidstechnici en producers voor de uitzonderlijke kwaliteit).

Het meest verrukkelijke is het vermogen van de groep om zich met het hoofd diep in een veelheid aan affectieve geluidswerelden te storten met het glibberige mysterie van een crimineel in de nacht. In de ruimte van een maatstreep worden we van galante vrolijkheid naar doordringende zwaartekracht gebracht. In het centrale Largo van de Triosonate in g mineur, TWV42:g9, bezit Triesschijns arpeggiatie de kwaliteit die Shakespeares Portia aan genade toeschrijft – ‘It droppeth as the gentle rain from heaven’ – of, zoals in het openings-Affettuoso van de Triosonate in a mineur, TWV42:a1, kunnen we de storm aan de horizon bijna ruiken.

De contrapunten halen het zintuiglijke in Telemanns muziek naar boven, terwijl ze tegelijkertijd een geweldige intonatie en flairvolle frasering hebben. Violiste Matthea de Muynck laat een weelderig geluid horen op haar Amati-reconstructie, hoewel haar trillers in sommige delen, zoals de A-kleine Grave, enigszins op de standaardmodus staan ​​(Triesschijns versieringen in dit deel zijn ook licht zoetsappig). Als Etcetera Records een boekje had ontworpen dat de noten bevatte zonder dat ze eruit vielen bij het openen, zou dit een vrijwel foutloos object zijn geweest.

This debut disc is, hands down, some of the best recorded Telemann out there, and I am ready to go fist to fist with anyone who disagrees. The Counterpoints, joined by three ‘friends’ for the tracks with larger forces such as the wonderful cantata Die Zufriedenheit, bring an entirely fresh yet sensitive approach to Telemann’s solo and chamber music. Indeed, the disc teems with what must surely be the sounds of four people who simply love making music together: there is something wonderfully coherent and cohesive about their ensemble-playing.

Certainly, this can be attributed to education: the four musicians of The Counterpoints are united in the Dutch schooling of period performance, and all studied at some point at the Royal Conservatoire of The Hague. But there seems to be something beyond this too. Their sound abounds with youthful optimism, charged throughout with an intelligence and gestural integrity to Telemann’s notation that is not once acerbically applied. Any blemishes that I ascribe here are thus merely the traces of sheer pleasure I have had in being able to listen to this disc on unbridled repeat this month.

The structure, which alternates between Telemann’s chamber music and solo Fantasia movements (much like the recent release from Elephant House Quartet – Pentatone, 12/19), though not particularly unique, is well coordinated. Though all four musicians contribute stunning solo performances, Thomas Triesschijn’s Fantasia on recorder, an arrangement of the G major for solo flute, warrants particular praise. Triesschijn’s sound is beguiling, real edge-of-your-seat, ears-wide-open stuff. The short-lived Adagio is utterly tantalising (and at this point, praise must also go to the crack team of sound engineers and producers for exceptional quality throughout).

Most delightful is the group’s ability to plunge head-deep into a myriad of affective sound worlds with the slippery mystery of a criminal in the night. In the space of a bar line, we are taken from galant gaiety to penetrating gravity. In the central Largo of the Trio Sonata in G minor, TWV42:g9, Triesschijn’s arpeggiation possesses the quality attributed to mercy by Shakespeare’s Portia – ‘It droppeth as the gentle rain from heaven’ – or, as in the opening Affettuoso of the Trio Sonata in A minor, TWV42:a1, we can almost smell the storm on the horizon.

The Counterpoints draw out the sensuous in Telemann’s music, all the while with superb intonation and flairful phrasing. Violinist Matthea de Muynck makes a sumptuous sound on her Amati reconstruction, though her trills in some movements, such as the A minor Grave, are somewhat set on default mode (Triesschijn’s ornamentation in this movement is also slightly saccharine). Would Etcetera Records have engineered a booklet that contained the notes without their falling out upon opening, this would be an almost faultless object.