september 2021


Mozart: Sonatas for Piano Four Hands, K. 521 & 497

Ferenc Rados & Kirill Gerstein

Dit is echt vreugdevol. Een gerespecteerde leraar en een van zijn meest vrijdenkende studenten sloten zich aan bij duetten die, zoals Michelle Assay het verwoordt, ‘je eraan herinnert waarom je überhaupt verliefd werd op muziek’.

Dit moet wel het cd-equivalent van hygge zijn. De dialoog van de Russisch-Amerikaanse pianist Kirill Gerstein met zijn tachtigjarige mentor en 'inspiratiebron', Ferenc Rados, over Mozart, bevat een aantal van de meest verfijnde en beschaafde muziekstukken die je je maar kunt wensen, alles eraan is doordrenkt met warmte en genegenheid. En dan is er nog het achtergrondverhaal. Toen Gerstein de Hongaarse meester voor het eerst ontmoette tijdens Steven Isserlis' Prussia Cove-kamermuzieksessies in 2004, 'irriteerde' zijn spel, volgens Gerstein zelf, Rados. De daaropvolgende uren van samenwerken aan verschillende stukken waren, zegt Gerstein, een 'wonderbaarlijk ontmoedigende' ervaring, gevolgd door regelmatige bezoeken aan Boedapest om de muzikant te ontmoeten en voor hem te spelen die Gerstein beschouwt als 'de meest invloedrijke persoon' in zijn muzikale leven.

Deze opname is Gersteins heroïsche poging om onder ideale studiokwaliteitsomstandigheden het unieke spel (en af ​​en toe meeneuriën) van de voormalige leraar van pianistische grootheden als Zoltán Kocsis, András Schiff en Dezső Ránki vast te leggen en te bewaren. Zowel Gerstein (in zijn interview met Joseph Horowitz) als Steven Isserlis (in een ontroerend eerbetoon, ook opgenomen in de notities in het boekje) portretteren een fascinerende en complexe, maar toch humane en genereuze artiest, een die toegewijd is aan de essentie van muziek. En dit is wat deze opname zo bijzonder maakt: het eerlijke, nobele en sublieme musiceren. Niets is opzichtig en zelfzuchtig of rigide en rudimentair. Alles heeft het natuurlijke communicatieve gemak – tussen spelers, tussen hen en de muziek, tussen muziek en een ingebeeld publiek – dat je zou verwachten van het huiselijke medium van het pianoduet. Hoor de gratie waarmee Gerstein zijn heerlijke versieringen en minicadensen introduceert in de finale van de sonate in C majeur, K521. En de laatste pagina's van het langzame deel van hetzelfde stuk behoren tot de meest adembenemende Mozartiaanse passages die ooit op schijf zijn vastgelegd, met een fractionele vertraging om hemelse inspiratie zijn magie te laten werken.

In de F majeur Sonate, K497, worden de rollen omgedraaid en neemt Rados het bovenste deel voor zijn rekening. Hier staat de operacomplexiteit voorop, met structuur en drama vrij en natuurlijk verweven. Dit is een masterclass in subtiele reactie op details, of het nu gaat om frasering, pedaalslagen of geven en nemen tussen de muzikanten. Sommige albums maken dat je meer wilt weten over de stukken die je hoort; andere maken dat je ze zelf wilt spelen. Slechts zelden word je eraan herinnerd waarom je in de eerste plaats verliefd bent geworden op muziek. Luister alsjeblieft, alsjeblieft. En als je me niet gelooft, zoek dan naar iets van Rados op YouTube.

This has to be the CD equivalent of hygge. Russian-born American pianist Kirill Gerstein’s Mozart dialogue with his octogenarian mentor and ‘inspiration’, Ferenc Rados, contains some of the most refined and cultured music-making you could wish for, everything about it being suffused with warmth and affection. And then there’s the back story. When Gerstein first encountered the Hungarian master at Steven Isserlis’s Prussia Cove chamber music sessions in 2004, his playing, according to Gerstein himself, ‘irritated’ Rados. The subsequent hours of working together on various pieces were, Gerstein says, a ‘wonderfully deflating’ experience, followed by regular visits to Budapest to meet and play for the musician Gerstein considers ‘the single most influential person’ in his musical life.

This recording is Gerstein’s heroic attempt to capture and preserve under ideal studio-quality conditions the unique playing (and occasional humming along) of the former teacher of such pianistic luminaries as Zoltán Kocsis, András Schiff and Dezső Ránki. Both Gerstein (in his interview with Joseph Horowitz) and Steven Isserlis (in a touching tribute, also included in the booklet notes) portray a fascinating and complex yet humane and generous artist, one dedicated to the essence of music. And this is what makes this recording so special: its honest, noble and sublime music-making. Nothing is either flashy and self-serving or rigid and rudimentary. Everything has the natural communicative ease – between players, between them and the music, between music and an imagined audience – that you would expect from the domestic medium of the piano duet. Hear the grace with which Gerstein introduces his delicious ornaments and mini-cadenzas in the finale of the C major Sonata, K521. And the closing pages of the slow movement of the same piece have to be among the most breathtaking Mozartian passages ever captured on disc, with a fractional slowing to let heavenly inspiration work its magic.

In the F major Sonata, K497, roles are reversed and Rados takes the upper part. Here, it is operatic complexity that is to the fore, with structure and drama freely and naturally interwoven. This is a masterclass in subtle reaction to detail, be it in phrasing, pedalling or give-and-take between the musicians. Some albums make you want to learn more about the pieces you hear; some make you want to play them yourselves. Only rarely are you reminded why you fell in love with music in the first place. Please, please listen. And if you don’t believe me, look for anything of Rados on YouTube.