juli 2021


Zemlinsky: Die Seejungfrau - Schreker: Der Geburtstag der Infantin

Royal Liverpool Philharmonic Orchestra o.l.v. Vasily Petrenko

Vasily Petrenko en zijn voortreffelijke Merseyside-muzikanten onthullen hun rijke verstandhouding opnieuw in twee orkestwerken uit de weelderige late romantiek.

Der Geburtstag der Infantin van Schreker, gebaseerd op het korte verhaal The Birthday of the Infanta van Oscar Wilde, wordt het meest gehoord in de vorm van de orkestrale suite die in 1923 werd gepubliceerd. Petrenko's opname geeft ons de originele danspantomime-score van 1908, gecomponeerd voor een kamerorkest met dubbele blaasinstrumenten, slagwerk, harp en strijkers. Het bevat ook ongeveer 10 minuten aan muziek die niet in de suite is opgenomen, inclusief het tragische moment waarop de dwerg zichzelf herkent in een spiegel en zijn dood door een gebroken hart. Om deze reden komt de volledige versie over als een zwaardere aangelegenheid dan de suite, ondanks de kleinere bezetting die wordt gebruikt. In beide gevallen zit Schrekers muziek vol melodieuze en harmonische aantrekkingskracht, en de orkestratie is lenig en fantasierijk. Vasily Petrenko's interpretatie is een genot van begin tot eind. Het uitstekende spel van de Royal Liverpool Philharmonic brengt elk van de afleveringen levendig tot leven en over het geheel genomen is er een diepte van gevoel die de eerdere opname door John Axelrod en het Lucerne Symphony Orchestra (Nimbus, 1/08) overtreft.

Voor een werk dat door de componist werd ingetrokken en bijna 80 jaar lang als verloren werd beschouwd, heeft Zemlinsky's Die Seejungfrau de afgelopen jaren een opmerkelijke opleving van interesse gekend en zijn er minstens een dozijn opnames verschenen sinds Chailly's baanbrekende verslag uit 1986 voor Decca. Na de publicatie van de kritische editie door Antony Beaumont in 2013, bevatten recente opnames een passage van vier minuten in het tweede deel die door Zemlinsky werd verwijderd vóór de eerste uitvoering in 1905. Ik moet toegeven dat ik er niet helemaal van overtuigd ben dat de extra muziek bijdraagt ​​aan de effectiviteit van het werk, en de kritische editie bevat inderdaad twee versies van het deel zodat uitvoerders kunnen kiezen welke ze willen uitvoeren. Petrenko voegt zich bij Storgårds, Krivine en Albrecht door de extra muziek op te nemen, en het zou zomaar kunnen dat dit de standaardversie wordt. De betreffende passage, die het rijk van de Mer-heks uitbeeldt, begint op 7'06". Net als in het stuk van Schreker regisseert Petrenko een sterk communicatieve uitvoering van Zemlinsky's weelderige partituur en de vele solo's van het werk worden prachtig weergegeven. De opname klinkt enigszins afstandelijk, maar is gedetailleerd en goed uitgebalanceerd. Al met al een zeer aantrekkelijke release.

Schreker’s Der Geburtstag der Infantin, based on Oscar Wilde’s short story The Birthday of the Infanta, is most commonly heard in the form of the orchestral suite published in 1923. Petrenko’s recording gives us the original dance pantomime score of 1908, scored for a chamber orchestra of double winds, percussion, harp and strings. It also features around 10 minutes of music not included in the suite, including the tragic moment when the dwarf recognises himself in a mirror and his death from a broken heart. For this reason, the full-length version comes across as a weightier affair than the suite, despite the smaller forces used. In both cases, Schreker’s music is full of melodic and harmonic appeal, and the orchestration is lithe and imaginative. Vasily Petrenko’s interpretation is a pleasure from first to last. The excellent playing of the Royal Liverpool Philharmonic brings each of the episodes vividly to life and overall there’s a depth of feeling that outshines the earlier recording by John Axelrod and the Lucerne Symphony Orchestra (Nimbus, 1/08).

For a work that was withdrawn by its composer and thought lost for nearly 80 years, Zemlinsky’s Die Seejungfrau has enjoyed a remarkable resurgence of interest in recent years, and at least a dozen recordings have appeared since Chailly’s pioneering 1986 account for Decca. Following the publication of the critical edition by Antony Beaumont in 2013, recent recordings have included a four-minute passage in the second movement removed by Zemlinsky before the first performance in 1905. I must admit I’m not wholly convinced that the additional music adds to the effectiveness of the work, and indeed the critical edition includes two versions of the movement so that performers can choose which to perform. Petrenko joins Storgårds, Krivine and Albrecht in including the extra music, and it may well be that this will become the standard version. The passage in question, depicting the realm of the Mer-witch, commences at 7'06". As in the Schreker piece, Petrenko directs a strongly communicative performance of Zemlinsky’s sumptuous score and the work’s many solos are beautifully rendered. The recording sounds slightly distanced but is detailed and well balanced. Altogether a very attractive release.