mei 2021


J.S. Bach: The Well-Tempered Consort – II

Phantasm

Dit is een album met een volkomen meeslepende samenwerking van het Gramophone Award-winnende gambaconsort, een rijkelijk lonende onderdompeling in de complexiteit en schoonheid van Bachs wereld.

Het is een zeldzaam en prachtig iets als een vervolg zijn eerste deel overtreft. In mijn recensie van Vol 1 van Phantasm’s ‘The Well-Tempered Consort’ (3/20) prees ik de ‘gulle, huwelijkse mix’, de ‘sweet spot van individuele stemmen in psychische afstemming’. In dit, zijn verbluffende vervolg, bereikt Phantasm het bovenstaande en meer: ​​het geluid is op de een of andere manier robuuster, levendiger. Misschien komt dit doordat deze arrangementen minder geschikt lijken te zijn voor de viola da gamba dan die in Vol 1. De lichte onhandigheid van sommige melodieuze vormen wanneer ze worden vertaald naar het bespelen van de viola da gamba creëert een funky fysiek. Bachs muziek is geëtst met het verleidelijke geluid van uitdaging. Het is opwindende materie die ik eerlijk gezegd moeilijk in woorden kan vatten. De Fuga in C sharp minor, BWV849 (Boek 1), bijvoorbeeld, beweegt van een treurige meanderende, een vingervlugge uittasting van verduisterde ruimte, naar een spiraal van sonische tentakels die onverbiddelijk groeit in, nou ja, iets. Intensiteit is niet helemaal het juiste woord, en spanning ook niet. Er zit een taaie materialiteit in het geluid van Phantasm, alsof het iets is dat tussen de spelers wordt getrokken, een elasticiteit van resonantie.

Wat is er nog meer te bewonderen? De cascades van teder gestreelde coupletten in de Fuga in Bes, BWV890 (Boek 2), allemaal geparfumeerd met een nevel van inégal. Of het gejog dat de Fuga in C, BWV870 (Boek 2) naar zijn triomfantelijke einde drijft. Maar om deze individuele momenten van uitmuntendheid te benadrukken doet natuurlijk geen recht aan het prachtige verhaal dat hier is gecreëerd. Dit is niet zomaar een trap van halve tonen, een gewone ‘48’ van prelude gevolgd door fuga. Phantasm heeft een verhaal gecreëerd met en door Bachs muziek. Een geheel wonderbaarlijk album.

It is a rare and wonderful thing when a sequel surpasses its first instalment. In my review of Vol 1 of Phantasm’s ‘The Well-Tempered Consort’ (3/20), I praised the ‘generous, marital blend’, the ‘sweet spot of individual voices in psychic attunement’. In this, its stunning sequel, Phantasm achieve the above and more: the sound is somehow more robust, more alive. Perhaps this is because these arrangements seem to be less suited to the viol than those presented in Vol 1. The slight unwieldiness of some of the melodic shapes when translated to viol-playing creates a funky physicality. Bach’s music is etched with the tantalising sound of challenge. It’s thrilling stuff that, honestly, I’m struggling to put into words. The Fugue in C sharp minor, BWV849 (Book 1), for example, moves from a mourning meandering, a fingered feeling-out of blackened space, into a spiral of sonic tentacles that inexorably grows in, well, something. Intensity isn’t quite the word, and nor is tension. There’s a chewy materiality to Phantasm’s sound, as if it’s something pulled between the players, an elasticity of resonance.

What else to admire? The cascades of tenderly stroked couplets in the Fugue in B flat, BWV890 (Book 2), all perfumed with a mist of inégal. Or the chugging that drives the Fugue in C, BWV870 (Book 2) to its triumphant close. But to highlight these individual moments of excellence does not, of course, do justice to the exquisite narrative created here. This isn’t just another staircase of semitones, a regular ‘48’ of prelude followed by fugue. Phantasm have crafted a story with and through Bach’s music. A wholly wondrous album.