april 2021
Beethoven: Triple Concerto, Op. 56 & Trio, Op. 36
Isabelle Faust & Jean‑Guihen Queyras & Alexander Melnikov & Freiburg Baroque Orchestra o.l.v. Pablo Heras‑Casado
Collaboratieve muziek op zijn briljantst. (Gramophone)
Van een timide aanpak is geen sprake, en het schone timbre van de instrumenten uit die tijd wordt weerspiegeld door de solisten, die één voor één binnenkomen. Vooral aanstekelijk is de empathie tussen Faust en Queyras, met een totaal wederzijds begrip van frasering en rubato... Al met al is dit echt een uitstekende opname. (MusicMagazine)

Mijn dagen van scepsis over het Beethoven Triple Concerto liggen nu achter me, dankzij deze adembenemende nieuwe opname van het powerhouse-team van Faust-Queyras-Melnikov en het Freiburg Baroque Orchestra onder leiding van Pablo Heras-Casado. Het is deels de klankwereld van de instrumenten uit die tijd en hoe meesterlijk de solisten timbres en kleuren mengen (evenzeer dankzij de 'snarige' fortepiano en de niet-vibrato strijkers). Maar het is ook het gevoel van ongebreidelde verkenning en jovialiteit dat dit voor mij de ultieme interpretatie maakt. De charme en humor waarmee alle betrokkenen de muziek injecteren, maken het meer verwant aan een mini-opera buffa dan aan een concert; en ik daag iedereen uit om niet te willen dansen op de quasi-polonaise-aflevering van de Rondo op 5'20". Dit overtreft zelfs Helmchen & Co, laat staan Karajans league van Russische heren (Oistrakh, Rostropovich en Richter – EMI/Warner, 1/70). Opgenomen in twee dagen in juni 2020, zodra de reisverboden tijdelijk werden versoepeld, en met de artiesten die 1,5 meter uit elkaar zaten, lijkt het bijna alsof sociale afstand hen dichter bij elkaar bracht, zo groot is de smaak, spontaniteit en inventiviteit van het spel.
Het combineren van het Tripelconcert met een van de pianoconcerten of het Vioolconcert speelt bijna altijd in het nadeel. Misschien met een knipoog naar hun concerto-plus-trio Schumann-serie, hebben Faust, Queyras en Melnikov gekozen voor de trio-bewerking van de Tweede symfonie, met hetzelfde opusnummer. Zoals de noten terecht aangeven, is het onwaarschijnlijk dat de transcriptie door de componist zelf is gemaakt – Ferdinand Ries, zoals bevestigd door Czerny, is een veel waarschijnlijker kandidaat. In deze vorm ontbreken de orkestrale kleuren misschien, maar de transparante textuur zorgt voor een ongewoon goed gedefinieerd beeld van de architectuur en de lijnen, en opent bovendien allerlei nieuwe mogelijkheden voor individuele weergave en ensembledialoog. Het volstaat te zeggen dat Faust, Queyras en Melnikov (dit keer met zijn eigen instrument uit 2014 naar Anton Walther, terwijl hij voor het Concerto een Weens origineel uit 1815 kiest) een net zo sterk argument vormen als je je maar kunt voorstellen voor deze versie als een onafhankelijk waardevol werk. Blijkbaar heeft het jubileumjaar de stroom van opmerkelijke nieuwe Beethoven-cd's nog niet uitgeput.

My days of Beethoven Triple Concerto scepticism are now behind me, thanks to this breathtaking new recording by the powerhouse team of Faust-Queyras-Melnikov and the Freiburg Baroque Orchestra under Pablo Heras-Casado. It’s partly the sound world of the period instruments and how masterfully the soloists blend timbres and colours (thanks equally to the ‘stringy’ fortepiano and the non-vibrato strings). But it’s also the sense of untrammelled exploration and joviality that makes this, for me, the ultimate interpretation. The charm and wit with which all concerned inject the music make it more akin to a mini-opera buffa than a concerto; and I challenge anyone not to want to dance to the quasi-polonaise episode of the Rondo at 5'20". This even beats Helmchen & Co, never mind Karajan’s league of Russian gentlemen (Oistrakh, Rostropovich and Richter – EMI/Warner, 1/70). Recorded in two days in June 2020, as soon as travel bans were temporarily eased, and with the performers seated 1.5 metres apart, it almost seems that social distancing brought them closer together, such is the relish, spontaneity and inventiveness of the playing.
Pairing the Triple Concerto with one of the piano concertos or the Violin Concerto almost always plays to its disadvantage. Perhaps with a nod to their concerto-plus-trio Schumann series, Faust, Queyras and Melnikov have chosen the trio arrangement of the Second Symphony, bearing the same opus number. As the notes rightly point out, it’s unlikely that the transcription was by the composer himself – Ferdinand Ries, as confirmed by Czerny, is a far more probable candidate. In this form the orchestral colours may be missing, but the transparent texture allows for an unusually well-defined picture of the architecture and the lines, as well as opening up all sorts of new possibilities for individual display and ensemble dialogue. Suffice to say that Faust, Queyras and Melnikov (this time using his own 2014 instrument after Anton Walther, whereas for the Concerto he chooses an 1815 Viennese original) make as strong a case as you could imagine for this version as an independent worthwhile work. Evidently the anniversary year hasn’t exhausted the flow of remarkable new Beethoven discs.