oktober 2022
Wolf: Italienisches Liederbuch
Carolyn Sampson, Allan Clayton & Joseph Middleton
Het vermogen van Carolyn Sampson en Allan Clayton om karakters te belichamen en te communiceren wordt hier in Wolf goed geëvenaard door de even poëtische pianist Joseph Middleton.

Het Italiaanse liedboek van Hugo Wolf heeft in het verleden veel geweldige zangerscombinaties aangetrokken. Deze nieuwe opname maakt echter een goede claim om zich bij de beste in de catalogus te voegen, met het vertrouwde partnerschap van Carolyn Sampson en Joseph Middleton, versterkt door mede-Brit Allan Clayton, een zanger die maar al te zelden in liederen te horen is, althans op plaat.
Door ervoor te kiezen de liederen in gepubliceerde volgorde te presenteren, bieden ze een uitvoering om te koesteren: fris, intelligent en prachtig gezongen en gespeeld. Het is een weloverwogen studioverslag in tegenstelling tot de speelsere recente live-opname van Kaufmann, Damrau en Deutsch, maar als het ergens op neerkomt des te aangrijpender.
In Claytons uitvoeringen ontdekken we bijvoorbeeld een echte dichter, die zijn gedachten met ontroerende innerlijkheid, oprechtheid en een quasi-religieus gevoel van toewijding overbrengt - passend gezien veel van de beeldspraak in het couplet. Dat wil niet zeggen dat er geen passie of, waar nodig, minachting is (in ‘Lass sie nur gehn’ bijvoorbeeld); en hoewel de licht pittige, lichte toon van de tenor misschien niet de honing van sommigen biedt, heeft het een ideale helderheid en directheid voor zijn aanpak. Hij zingt ook voortreffelijk – luister maar naar zijn ‘Und willst du deinen Liebsten sterben sehen’ of het prachtige verslag van ‘Nun lass uns Frieden schliessen’.
Sampson is meer een bekende grootheid, maar vult Clayton uitstekend aan in haar liedjes. De stem is helder en helder, en haar intelligentie schijnt er altijd doorheen. Anderen hebben aantoonbaar meer van de taal gemaakt, maar ik vind het leuk dat Sampson meer kattig dan kattig is in de spottende nummers. Er is zeker ook geen gebrek aan ondeugendheid en sprankeling, en hartzeer is, zo voelen we, nooit ver weg, met ‘Was soll der Zorn, mein Schatz’ dat een groot gevoel van tragedie bereikt.
De lijm die de hele onderneming bij elkaar houdt, is ongetwijfeld Middleton. Zijn pianospel is tegelijkertijd messcherp en smeltend verleidelijk. Het sprankelt van prachtige kleine details zonder onnodig de aandacht op zichzelf te vestigen; het laat alle humor en kracht van Wolfs pianospel doorschemeren zonder ooit het risico te lopen de zangers te overweldigen. Kortom, het is een spel dat een ideale balans vindt, geholpen door de kenmerkende fijne techniek van BIS.
Al met al levert dit een prachtige nieuwe opname op van een prachtig werk. Een echte aanrader.

Hugo Wolf’s Italian Songbook has attracted many great pairings of singers in the past. This new recording, however, makes a good claim to join the finest in the catalogue, with the familiar partnership of Carolyn Sampson and Joseph Middleton bolstered by fellow Brit Allan Clayton, a singer heard all too rarely in lieder, on record at least.
Choosing to present the songs in published order, they offer a performance to cherish: fresh, intelligent and beautifully sung and played. It’s a considered studio account in contrast to the more playful recent live recording from Kaufmann, Damrau and Deutsch, but if anything all the more affecting as a result.
In Clayton’s performances we detect a real poet, for example, conveying his thoughts with moving interiority, sincerity and a quasi-religious sense of devotion –appropriate given much of the verse’s imagery. That’s not to say there isn’t passion or, where necessary, scorn (in ‘Lass sie nur gehn’, for example); and while the tenor’s slightly tangy, light tone might not offer the honey of some, it has an ideal clarity and directness for his approach. He sings exquisitely, too – just listen to his ‘Und willst du deinen Liebsten sterben sehen’ or the beautiful account of ‘Nun lass uns Frieden schliessen’.
Sampson is more of a known quantity but complements Clayton superbly in her songs. The voice is bright and pellucid, and her intelligence always shines through. Others have arguably made more of the language but I like the fact that Sampson is more kittenish than catty in the mocking numbers. There’s certainly no shortage of mischief and sparkle, either, and heartbreak is, we sense, never too far away, with ‘Was soll der Zorn, mein Schatz’ achieving a grand sense of tragedy.
The glue that holds the whole enterprise together, though, is undoubtedly Middleton. His piano-playing is at once razor-sharp and meltingly seductive. It sparkles with wonderful little details without unnecessarily drawing attention to itself; it lets all the wit and power of Wolf’s piano-writing shine through without ever risking overpowering the singers. In short, it’s playing that strikes an ideal balance, helped by characteristically fine engineering from BIS.
All in all, this adds up to a beautiful new recording of a wonderful work. Highly recommended.