september 2022


Massenet: Songs with Orchestra

Paris Chamber Orchestra o.l.v. Hervé Niquet

Een stijlvol uitgevoerd recital van 25 liederen van Massenet, waarvan er slechts vier eerder zijn opgenomen, door een vocale bezetting en een dirigent die echt leeft voor de klankwereld van de componist.

Massenet schreef meer dan 300 nummers in de loop van zijn carrière, meestal met pianobegeleiding, hoewel hij er ook bijna 40 orkestreerde. In beide versies zijn ze relatief onbekend, zelden opgenomen en in sommige gevallen nog steeds niet gepubliceerd. Er zijn natuurlijk sporadische uitzonderingen: Richard Bonynge nam bijvoorbeeld ongeveer 20 van de originele pianostukken op met Huguette Tourangeau halverwege de jaren 70 (Decca, 7/77). De orkestrale versies hebben echter tot nu toe nauwelijks aandacht gekregen: van de 25 stukken op Bru Zane's prachtige nieuwe album zijn er maar vier eerder opgenomen, en daarvan zijn er twee korte instrumentale nummers die worden gebruikt als intermezzo's tussen liedgroepen.

Je blijft vaak nadenken over de reden voor hun verwaarlozing. De veelgehoorde beschuldiging van ‘zoete sentimentaliteit’ (de woorden van Pierre Bernac) houdt hier zeker alleen stand bij nadere beschouwing in het geval van ‘Les enfants’, naar een nogal kleffe tekst van Georges Boyer. Veel stukken bewonen emotioneel en soms stilistisch terrein dat bekend is uit de opera’s van Massenet. Liefde en verlangen worden vaak met verfijnde subtiliteit uitgedrukt, zoals in Manon of Thaïs, met zanglijnen die zweven tussen recitatief en melodie, en religieuze onderwerpen, zoals ‘Souvenez-vous, Vierge Marie!’, een zetting van Bernard van Clairvaux, wekken de wervelende, extatische sensualiteit op die we vinden in het oratorium La Vierge. Veel werden geschreven voor zangers die regelmatig opera's van Massenet uitvoerden, en hoewel de vocale composities zelden overdreven opzichtig zijn (de coloratuur van 'Marquise' is een uitzondering), valt de frequente inzet van brede vocale bereiken en aanhoudende, climaxachtige hoge noten op. De orkestraties zijn ondertussen voor kleine krachten, meestal strijkers met een handvol blaasinstrumenten, hoewel harp en piano soms hun weg door de texturen banen.

Zes zangers, allemaal vaste Bru Zane-leden, delen de nummers onderling. De warme toon van Véronique Gens is goed te horen in 'Souvenez-vous, Vierge Marie!' en het gepassioneerde maar verfijnde 'On dit!'. Nicole Car’s lyrische manier van ‘Amoureuse’ en haar bravoure-aanpak van het veeleisende ‘L’improvisatore’ compenseren Jodie Devos’ kristalheldere sopraan, zwevend met bewonderenswaardige kalmte door de ‘Musette’ en ‘Crépuscule’, die balletmeesters zullen herkennen van Leighton Lucas’ bewerking in de partituur voor Kenneth MacMillans Manon. ‘Marquise’ wordt gebracht met aanzienlijke bravoure, grote hoogmoed en een licht metalen glans in haar stem door Chantal Santon Jeffery.

Étienne Dupuis vermaakt zich ondertussen met het ironisch getitelde ‘Hymne d’amour’, geen hymne maar bijna een luchtig variéténummer, en voegt zich bij Car voor het enige duet van het programma, ‘Les fleurs’, mooi gedaan, hoewel het stuk zelf geen vintage Massenet is. Cyrille Dubois, stijlvol als altijd, opent het album met het prachtige ‘Pensée de printemps’ en sluit het af met ‘La chanson de Musette’, van Massenets toneelmuziek tot een toneelstuk gebaseerd op Murgers La vie de bohème, over (in plaats van gezongen door) hetzelfde personage als Puccini’s Musetta. De caféconcert-score van het lied wordt hier mooi uitgevoerd door het Paris Chamber Orchestra onder leiding van Hervé Niquet. Hij is wonderbaarlijk alert op de stemming en toon van elk lied, en het spel is overal verrukkelijk. Het is een prachtig album, en ik kijk uit naar het tweede deel, dat blijkbaar in het verschiet ligt.

Massenet wrote over 300 songs during the course of his career, mostly with piano accompaniment, though he also orchestrated nearly 40 of them. In either version, they remain relatively little known, rarely recorded and in some cases still unpublished. There have, of course, been sporadic exceptions: Richard Bonynge, for instance, recorded some 20 of the piano originals with Huguette Tourangeau in the mid-1970s (Decca, 7/77). The orchestral versions, however, have received scant attention until now: of the 25 pieces included in Bru Zane’s beautiful new album, only four have been recorded before, and of those, two are brief instrumental numbers used as interludes between song groups.

You’re frequently left pondering the reason for their neglect. Certainly the much-voiced charge of ‘sugary sentimentalism’ (Pierre Bernac’s words) only holds up to scrutiny here in the case of ‘Les enfants’, to a rather cloying text by Georges Boyer. Many inhabit emotional and sometimes stylistic territory familiar from Massenet’s operas. Love and desire are often expressed with refined subtlety, as in Manon or Thaïs, with vocal lines that hover between recitative and melody, and religious subjects, such as ‘Souvenez-vous, Vierge Marie!’, a setting of Bernard of Clairvaux, provoke the swirling, ecstatic sensuousness we find in the oratorio La Vierge. Many were written for singers who regularly performed Massenet’s operas, and though the vocal writing is rarely overtly showy (the coloratura of ‘Marquise’ is an exception), one notices the frequent deployment of wide vocal ranges and sustained, climactic high notes. The orchestrations, meanwhile, are for smallish forces, usually strings with a handful of wind instruments, though harp and piano sometimes thread their way through the textures.

Six singers, all of them Bru Zane regulars, share the songs between them. Véronique Gens’s warm tone is heard to fine effect in ‘Souvenez-vous, Vierge Marie!’ and the passionate yet refined ‘On dit!’. Nicole Car’s lyrical way with ‘Amoureuse’ and her bravura approach to the exacting ‘L’improvisatore’ offset Jodie Devos’s crystalline soprano, floating with admirable poise through the ‘Musette’ and ‘Crépuscule’, which balletomanes will recognise from Leighton Lucas’s arrangement in the score for Kenneth MacMillan’s Manon. ‘Marquise’ is delivered with considerable bravado, great hauteur and a slightly metallic gleam in her voice by Chantal Santon Jeffery.

Étienne Dupuis, meanwhile, has fun with the ironically entitled ‘Hymne d’amour’, not a hymn but almost a breezy music-hall song, and joins Car for the programme’s only duet, ‘Les fleurs’, nicely done, though the piece itself is not vintage Massenet. Cyrille Dubois, stylish as always, opens the album with the exquisite ‘Pensée de printemps’ and closes it with ‘La chanson de Musette’, from Massenet’s incidental music to a play based on Murger’s La vie de bohème, about (rather than sung by) the same character as Puccini’s Musetta. The song’s café-concert scoring is nicely brought out here by the Paris Chamber Orchestra under Hervé Niquet. He is wonderfully alert to the mood and tone of each song, and the playing is delectable throughout. It’s a lovely album, and I look forward to the second volume, which is apparently in the offing.