december 2023
Profesión
Sean Shibe
Sean Shibe biedt het publiek opnieuw een adembenemende masterclass in toon, virtuositeit, drama en delicatesse terwijl hij een voortreffelijke verkenning van Zuid-Amerikaanse muziek presenteert, door Villa-Lobos, Ginastera en Barrios.

Barrios was een onbetwiste meester van de gitaar, Villa-Lobos een slordige beoefenaar, Ginastera een niet-spelende bewonderaar van de unieke klankwereld. Toch zijn hun composities even succesvol in het vertonen van een onweerstaanbare combinatie van verfijning en primitivisme. De afbeelding op de cover van de nieuwste release van de Schotse gitarist Sean Shibe, met het interieur van een kathedraal die is teruggewonnen door de jungle, spreekt hierover, en verwijst ook naar Barrios' inspiratie voor La catedral en de woorden van zijn gedicht Profesión de fe ('Belijdenis van geloof'), waaraan Shibe's album zijn naam ontleent.
En Shibe zelf? Zoals hij in zijn boekje schrijft: ‘Al deze componisten, met heel verschillende methoden en resultaten, gebruiken de gitaar als een sjamanistische geleider naar het erfgoed en de bestemming van Zuid-Amerika.’ Bijgevolg brengt ‘Profesión’ Shibe zijn zoekende, vragende artisticiteit naar het volgende (spirituele) niveau. Nergens meer dan in Villa-Lobos’ 12 Études, die het middelpunt van het recital vormen. Villa-Lobos’ Bach-hommage, de derde van zijn vijf preludes, glijdt naadloos over in Barrios’ La catedral als een geïmproviseerd orgelpreludium dat uitmondt in iets uitgebreider maar even intiems.
Maar de oogverblindende panoplie aan stijlen en technieken van de studies dwingt een onverschrokken Shibe om verder door te dringen in het kreupelhout, terwijl de presiderende geesten van de eerste paar studies – Chopin, Paganini et al – uiteindelijk worden overweldigd door een maalstroom van Braziliaans volksmateriaal en soms bizarre, schijnbaar sui generis gebaren, waarvan er veel zelfs de grote Segovia in verwarring brachten. Het is een buitengewoon verslag, barstensvol nuance en persoonlijkheid en gemakkelijk te evenaren met Julian Breams klassieker uit 1978.
Ginastera's Sonate zelf kookt Argentijns volksmateriaal en bijna elke gitaartechniek die destijds bekend was, terug tot iets stroperiger en krachtiger – kwaliteiten die Shibe aangrijpt en communiceert met een doordringend gevoel van verbazing, alsof hij het stuk voor het eerst ontdekt maar het al eeuwig kent. Dat is nog eens gitaarspelen.

Barrios was an undisputed master of the guitar, Villa-Lobos a desultory practitioner, Ginastera a non-playing admirer of its unique sound world. Yet their compositions are equally successful in exhibiting an irresistible combination of sophistication and primitivism. The image, on the cover of Scottish guitarist Sean Shibe’s latest release, featuring the interior of a cathedral reclaimed by the jungle, speaks to this, as well as referencing Barrios’s inspiration for La catedral and the words of his poem Profesión de fe (‘Profession of Faith’), from which Shibe’s album takes its name.
And Shibe himself? As he writes in his booklet note: ‘All of these composers, with very different methods and results, use the guitar as a shamanic conduit to the heritage and destiny of South America.’ Consequently, ‘Profesión’ finds Shibe taking his questing, questioning artistry to the next (spirit) level. Nowhere more so than in Villa-Lobos’s 12 Études, which form the centrepiece of the recital. Villa-Lobos’s Bach homage, the third of his Five Preludes, slips seamlessly into Barrios’s La catedral like an extemporised organ prelude opening out into something more expansive yet equally intimate.
But the studies’ dazzling panoply of styles and techniques compels a fearless Shibe to penetrate further into the undergrowth, as the presiding spirits of the first few studies – Chopin, Paganini et al – are eventually overwhelmed by a maelstrom of Brazilian folk material and sometimes bizarre, seemingly sui generis gestures, many of which apparently confounded even the great Segovia. It’s an extraordinary account, bursting with nuance and personality and easily rivalling Julian Bream’s classic from 1978.
Ginastera’s Sonata itself boils down Argentine folk material and nearly every guitar technique known at the time into something more viscous and muscular – qualities that Shibe seizes on, and communicates, with a pervasive sense of astonishment, as though he’s discovering the piece for the first time yet has known it for ever. Now that’s guitar-playing.