november 2023


Brahms: Double Concerto

Christian Tetzlaff & Tanja Tetzlaff & Deutsches Symphonie-Orchester Berlin o.l.v. Paavo Järvi

Een prachtig gespeeld album, opgedragen aan Lars Vogt door vrienden en medewerkers.

De opdracht op dit album luidt ‘In Memoriam Lars Vogt’ – en dat geeft het een speciale resonantie. Christian Tetzlaff en zijn zus Tanja Tetzlaff maakten samen en onafhankelijk van elkaar muziek met hem bij vele gelegenheden en op de een of andere manier wilden ze dat in hun keuzes weerspiegeld zien.

De broederlijke symbiose is natuurlijk vooral welkom in het Brahms Dubbelconcert, waar hun naadloze interactie (hetzij gedeeld of conflicterend) en instinctieve verwevenheid van lijnen echt iets toevoegt aan het gevoel van spontaniteit in de uitvoering. Hun collega en vriend Paavo Järvi is in dat opzicht ook de sleutel, door een superscherpe en, waar van toepassing, scherpe dynamiek van het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin aan te moedigen. In het openingsdeel is het confronterend, verwijzend naar pogingen om de ruzie tussen Brahms en zijn vriend en muze Joseph Joachim te herstellen. Ik vind het altijd geweldig dat de openingsverklaring van de cello, zelfverzekerd en uitdagend, een duisterder doel verbergt. En zo groeit het in een meeslepend symfonisch betoog vol drama en incidenten. We komen er wel doorheen, lijkt het te zeggen.

En dan, paradoxaal genoeg, wordt de harmonie hersteld in de geruststellende warmte van unisono-octaven terwijl het langzame deel een diepe en blijvende verwantschap aanwakkert. Twee stemmen, twee Tetzlaffs, als één. Meer dan een sprankje optimisme kijkend naar het speelse sparren van de finale (denk aan de finale van de Tweede Symfonie) gedreven met opwindende uitbundigheid door Järvi.

Het Viotti Vioolconcert nr. 22 lijkt misschien een vreemde bedgenoot (het trok me kort) totdat we leren dat het een favoriet was van zowel Brahms als Joachim. 'Een van mijn heel speciale verrukkingen', zei Brahms. Christian Tetzlaff geniet van zijn onbeschaamde showmanship en bravoure, opnieuw spelend met het gevoel van totale spontaniteit van de muziek - van iets dat gecreëerd werd in het spelen ervan.

De prachtige Dvořák-miniatuur Silent Woods is Tanja Tetzlaffs afscheidscadeau aan Lars Vogt. Ze speelden Dvořák vaak samen (inclusief het Celloconcert toen Vogt begon met dirigeren) en de inherente droefheid (of moet dat weemoed zijn) van het stuk wordt zoals altijd getemperd door de zachte genialiteit van de componist. Zulke argeloze muziek. En toch een stille diepzinnigheid.

Geweldige plaat dus, en het beste soort eerbetoon van drie uitzonderlijke muzikanten aan een van hun eigen muzikanten.

The dedication on this album reads ‘In Memoriam Lars Vogt’ – and that gives it a special resonance. Christian Tetzlaff and his sister Tanja Tetzlaff made music with him together and independently on many occasions and in one way and another they wanted that reflected in their choices.

The sibling symbiosis is, of course, especially welcome in the Brahms Double Concerto where their seamless interaction (be it shared or conflicted) and instinctive dovetailing of lines really adds something to the feeling of spontaneity in the performance. Their colleague and friend Paavo Järvi is also key in that respect encouraging a super-incisive and, where appropriate, trenchant dynamism from the Deutsches Symphonie-Orchester Berlin. In the opening movement it is confrontational alluding to attempts to mend the spat between Brahms and his friend and muse Joseph Joachim. I always love that the cello’s opening proclamation, confident and defiant, conceals a darker purpose. And so it grows in a sweeping symphonic argument full of drama and incident. We’ll get through this, it seems to say.

And then, paradoxically, harmony is restored in the reassuring warmth of unison octaves as the slow movement rekindles a deep and abiding kinship. Two voices, two Tetzlaffs, as one. More than a glimmer of optimism looking towards the playful sparring of the finale (think the finale of the Second Symphony) driven with exciting ebullience by Järvi.

The Viotti Violin Concerto No 22 might seem an odd bedfellow (it pulled me up short) until we learn that it was a favourite of both Brahms and Joachim. ‘One of my very special raptures’, said Brahms. Christian Tetzlaff revels in its unapologetic showmanship and bravura again playing to the music’s sense of total spontaneity – of something created in the playing of it.

The gorgeous Dvořák miniature Silent Woods is Tanja Tetzlaff’s parting gift to Lars Vogt. They often played Dvořák together (including the Cello Concerto when Vogt began conducting) and the inherent sadness (or should that be wistfulness) of the piece is as always tempered by the composer’s gentle geniality. Such guileless music. And yet, a quiet profundity.

Terrific disc, then, and the best kind of tribute from three exceptional musicians to one of their own.